1938
No. 7 Dit huis, dat Westwaarts naast het voorschrevene staat, werd door Henrick Proening van Deventher, zoon van Herman Henrickszn, gekocht van den kramer Gerard (zoon van Willem, den zoon van Jacob van Wijck); van diens zuster Katherina; van Beatrix, dochter van genoemden Willem van Wijck en echtgenoote van Everard Everardsz Colen en van Gijsbert van der Schout als man van Katherina, dochter van Goeswijn Peterszn. en weduwe van Jacob, den zoon van meergenoemden Willem van Wijck; het werd toen gezegd te zijn het huis en erf van eenen Dirck Meeuszn, staande eertijds tusschen het huis van Henrick van Aken ex uno en dat van Gerard van Derenthere ex alio, daarna tusschen dat der erven van Henric Dicbier Goyartszn ex uno en dat, hetwelk eerst was van Peter van Hynen, vervolgens van Arnd Stamelart, ex alio.
Tusschen genoemden Henrick Proening van Deventher
| 129 |
als eigenaar van dit huis en Willem van Achelen als eigenaar van het daarnaast staande werd in 1517 over hunne wederzijdsche rechten en verplichtingen als belendende eigenaren eene arbitrale uitspraak gedaan. (Reg. n°. 113 f. 136). De vrouw van Henrick Pr. van Deventher was Catharina van den Staecke 1). Beiden waren in 1517 reeds dood, want 29 April van dat jaar (Reg. n°. 113 f. 137 vso) verkochten Goeswijn van Brecht, Herman Proening van Deventher, zoon van Gerard, den zoon van genoemden Herman Henrickszn en Mr. Henrick de Bye als uitvoerders van het testament van hem en zijne genoemde echtgenoote het hierbedoeld huis, dat nu gezegd werd te staan tusschen dat van Willem van Achelen ex uno en dat van Christina weduwe van Coenraad Keymp (Kemp) ex alio, aan Antonius, Heylwich en Cornelia, kinderen van Rutger 2) Beelaerts Anthoniszn en Elisabeth, de dochter van Jan, den zoon van Thomas, den zoon van Dirck Coster.
Het hierbedoeld huis werd daarna geërfd door Aleid, dochter van laatstgenoemden Anthonis Beelaerts, wiens vader ook Rutger Beelaerts heette. Zij huwde met 1° Jan Rosalis, zoon van Arnd (den zoon van den in Spanje geboren Rosalis) en Peterken Pels 3), dochter van Arnd Peterszn; 2° Cornelis de Bever Janszn, kapitein in Spaanschen dienst. Toen laatstgenoemde reeds weduwnaar van haar was verkocht hij 17 October 1562 (Reg. n°. 206 f. 251 vso) dit huis, dat toen gezegd werd te zijn: huis, erf, plaats en achterhuis, staande
| 130 |
tusschen dat der erfgenamen van Wouter van Achelen Willemszn ex uno en dat van Gielis Jacobszn van Hedel ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze, - aan Goyart, zoon van Joost Roeverszn. Genoemde Cornelis de Bever en zijne vrouw Aleid Beelaerts hadden, waarschijnlijk toen aan de vrouw dat huis werd toegescheiden, daaruit eene grondrente verleend aan Wouter van Achelen en Dirck Aertszn, als voogden over Maryken, de onmondige dochter van haar en haren eersten man Jan Rosalis, want, toen die grondrente door hen niet werd betaald, won Lodewijk van der Lijnden, die inmiddels met genoemd Maryken getrouwd was, dat huis gerechtelijk uit en werd hij toen daarvan eigenaar. Na zijn overlijden deed zijne genoemde vrouw 23 Februari 1587 afstand van haren tocht op dit huis ten behoeve van de minderjarige kinderen, die zij van hem had, waarop zij en de voogden over die minderjarigen dat huis verkochten (Reg. n°. 244 f. 294) aan Arnd van Breugel, president-schepen van den Bosch 4), zoon van Mr. Jan, schepen van die stad en Elisabeth van Tephelen. Zijne vrouw was Elisabeth van Mechelen, dochter van Jan (den zoon van Jacob Gieliszn), die hem deze kinderen schonk: a. Alard, die sneuvelde bij het beleg van Gulick; b. Mr. Jan, president-schepen van den Bosch; c. Wouter; d. Mr. Aelbrecht; e. Maria, die in 1599 huwde met Jan Costerius, advocaat te den Bosch. Van deze kinderen erfde Mr. Aelbrecht van Breugel dit huis; hij was raad van den Bosch en huwde 1°. Wendelmodis Oliviers van Berchuysen; 2°. Agnes Beyens, dochter van Goeswijn, heer van Dreumel en Aleid Sonnemans; laatstgenoemde vrouw schonk hem twee zonen, Mr. Johan Baptist en Mr. Cornelis van Breugel, die beiden licentiaat in de rechten waren en te Helmond woonden; zij erfden van hem dit huis, dat zij 13 December 1655 (Reg. n°. 436 f. 52) verkochten aan Johan van den Bossche Davidszn, luitenant der Bossche Schutterij van den Jongen Voetboog; deze ver- | 131 |
kocht het 3 April 1664 (Reg. n°. 444 f. 290 vso) op zijne beurt aan Thomas Hubert, zoon van Thomas en Gertrude Pierre, welke echtelieden hunne kinderen, die in den Bosch geboren waren, in de Waalsche kerk aldaar deden doopen. Eerstgenoemde Thomas Hubert, die blijkbaar een Franschman van afkomst was, had van zijne vrouw Catharine Tiecquet deze kinderen:
a. Thomas Hubert, lakenkooper te den Bosch, in de Waalsche kerk aldaar gedoopt 1 April 1654, huwde Johanna Degenaer, dochter van Andries, commissaris en Maria van Doornick 5), die hem schonk:
1. Thomas.
2. Johan, wijnkooper te den Bosch, denkelijk dezelfde als de Johan Hubert, die 1713 huwde met Johanna Cremers, dochter van Herman en 10 Juni 1721 stierf. Zij hertrouwde te den Bosch in 1724 met den luitenant der cavalerie Nicolaas Esser, weduwnaar van Anna Petronella Felli 6).
3. Maria Anna, gedoopt 2 December 1678, huwde 1698, als wanneer zij in den Bosch op de Markt woonde, met Abraham Fetmenger, onder-majoor van den Bosch 7).
4. Helmigh, in 1690 gedoopt;
5. Abraham, in 1690 gedoopt;
b. Abraham Hubert de oude, schepen van den Bosch, over wien hieronder;
c. Margaretha Hubert;
d. Catharina Hubert 8), huwde met Helmich Degenaer;
e. Gerard Hubert, in de Waalsche kerk te den Bosch
| 132 |
gedoopt 21 November 1663, h. 1690 Elisabeth Toussaint, woonachtig te Dordrecht; f. Frans Hubert, in de Waalsche kerk te den Bosch gedoopt 20 Juli 1670;
g. Eleonore Marguerithe Hubert huwde met 1°. Maurits van Eelde, commies ter recherche te den Bosch; 2°. Anthony de Vlieger, postmeester aldaar.
Abraham Hubert de oude, schepen van den Bosch, hiervoren sub b genoemd, werd 14 April 1658 in de Waalsche kerk te den Bosch gedoopt en erfde het hierbedoeld huis van zijne ouders. Hij huwde 1°. 1685 te Breda Catharina Meerman, dochter van Adriaan en Everdina van der Haer; 2°. te Rosmalen 5 November 1716 Johanna Maria de Lobell, dochter van Daniel, predikant te Den Haag en Philippina van Blanckevoort; zijne eerste vrouw schonk hem deze kinderen:
a. Thomas Hubert, schepen en koopman te den Bosch, die 1724 ongehuwd stierf.
b. Mr. Abraham Hubert, geboren 1692, schepen en koopman te den Bosch, die in 1719 huwde met Maria Elisabeth Cremers, dochter van Herman. Hunne kinderen zijn op blz. 20 reeds vermeld.
c. Adriaan Hubert, gedoopt te den Bosch 6 Maart 1687, koopman te Leiden, huwde Catharina van Bergen, van wie zes kinderen.
d. Isaacq Hubert, koopman te Rotterdam, geboren te den Bosch 30 April 1694, huwde 1°. te Leiden 29 April 1722 Judith Betlemina du Rieu; 2°. 1726 Johanna Maria Paets; uit beide huwelijken waren kinderen.
e. Jacob Hubert, die volgt.
f. Catharina Everdina Hubert, huwde metPieter Bosch, koopman te Rotterdam.
De laatstelijk sub a-d en sub f genoemde kinderen verkochten 6 Augustus 1740 (Reg. n°. 560 f. 137 vso) aan hunnen broeder Jacob Hubert 4/5 in dit huis, dat alsnu omschreven werd als: eene schoone, wel doortimmerde huysinge,
| 133 |
erve, hof, plaats, gallerye en packhuys, zijnde het laatst bewoond geweest door Johanna Maria de Lobell weduwe van Abraham Hubert den oude en staande het Achter het Wild Varken tusschen het huis de Trouw ex uno en dat van Juffr. van Campen ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze.
De kinderen, gesproten uit het huwelijk van genoemden Jacob Hubert met Catharina Baelde, zijnde Michiel Hubert, schepen van Rotterdam 9) en Catharina Johanna Hubert, echtgenoote van Mr. Jan Anthony de Normandie, ook schepen van Rotterdam, verkochten 24 October 1752 (Reg. n°. 566 f. 254 vso) het hierbedoeld huis, waarvan nu gezegd werd, dat het voorsien is van royale vertrekken, aan Arnoud Suys, woonachtig te Oisterwijk; deze werd aldaar in 1703 geboren en huwde 1°. Anna Maria Bate; 2°. Elisabeth Habraken, welke laatste hem een zoon Cornelis Suys schonk, die huwde met Elisabeth Tysmans; uit dien echt werd in 1788 geboren Arnoldus Suys; deze huwde in 1823 Theresia Verheyen, bij wie hij deze kinderen verwekte: Johannes Baptista Suys, bankier te den Bosch, aldaar kinderloos overleden; Wilhelmina Suys, overleden te den Bosch 24 December 1900, echtgenoote van mr. Petrus Franciscus van Cooth, griffier der Staten van Noordbrabant, kinderloos overleden te den Bosch 8 Juni 1901 en Maria Suys. Het hier beschreven huis was ten slotte door erfenis gekomen aan genoemden mr. van Cooth, die het 21 Januari 1901 aan de gemeente den Bosch legateerde voor eene ambachts-, teeken- of burgeravondschool.
| 134 |
Noten | |
1. | Meyer de Predikheeren te 's Bosch p. 19 noot 1. |
2. | Johanna, dochter van Rutger Anthoniszn. Beelaerts en Elisabeth, de dochter van Jan, den zoon van Thomas Dirckszn; Peter Hooffs Dierickszn van Venloon als man van Elisabeth, dochter alsvoren en Heylwich ook dochter alsvoren, verkochten 16 December 1564 (Reg. n°. 211 f. 87) twee naast elkander staande huizen, poort, brouwhuis, ledig erf, put, twee achterhuizen, pakhuizen geheeten, en plaats, staande en gelegen aan den Uilenburg te 's-Hertogenbosch en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan een aldaar gestaan hebbende molenberg. |
3. | Hun andere zoon was Arnd Rosalis, die huwde met Marie Pelroch, bij wie hij verwekte Jacques en Arnd Rosalis (Reg. n°. 266 f. 6). |
4. | Men zie over hem Taxandria VI p. 105 en vlgd. |
5. | Hun zoon was Anthony Degenaer, secretaris van Zalt-Bommel. |
6. | Zijne derde vrouw is vermeld in D. I blz. 99, noot 3. |
7. | Hunne dochter Johanna Margrita Fetmenger huwde met mr. Peter Storm van 's Gravesande. |
8. | Waarschijnlijk huwde zij ook nog met Johan Pinxternakel, wijnkooper en schepen te den Bosch. De echtelieden Johan Pinxternakel en Catharina Hubert hadden eene dochter, Catharina, die 1724 huwde met Jan Hubert, wijnkooper te den Bosch, zijnde een ander dan de hierboven genoemde; hij werd geboren te Dordrecht, alwaar hij bij het aangaan van zijn huwelijk nog woonde. |
9. | Hij kocht in 1779 van de gebroeders de Cort de half-heerlijkheid Hilvarenbeek, Riel, Diessen en Westelbeers en 23 Mei 1789 van Mr. Willem Cornelis Ackersdijck Jr. secretaris van den Bosch, als curator over den insolventen boedel van Willem Anne Praebentau van Wilmsdorff, het kasteel de Nemelaer onder Haaren en huwde 1°. Willemina van der Oudermeulen, die kinderloos stierf; 2° Theodora Agneta van Teylingen, overleden 17 Juni 1825, welke hem eene dochter, Jacoba Catharina Hubert schonk, die in 1797 op de Nemelaer woonde en trouwde met Bernard Johan Zaal. |
1881 | J.B. Suijs (partikulier) - mej. M.A.A. Suijs (partikuliere) |
1919 | Gemeentelijk Distributie-Bureau |
1928 | Gem. Arbeidsbeurs |
1943 | Bouw- en Woningtoezicht |
1948 | Bureaux Bouw- en Woningtoezicht |